Kennelhoest is een besmettelijke aandoening bij honden. Het is een ontsteking van de voorste luchtwegen en soms gaan honden er van hoesten, vandaar de naam ‘Hoest’.
Overigens komt kennelhoest niet alleen in kennels voor: maar als meerdere honden bij elkaar komen is het besmettingsrisico groter, dus bijvoorbeeld in kennels, maar het kan evengoed op het hondenspeelveld of op de hondenschool.
Er zijn meestal een aantal virussen of bacteriën verantwoordelijk voor de kennelhoest-besmetting. Meestal is het een variant van het para-influenzavirus en de bordetella bronchiseptica-bacterie.
Het para-influenzavirus is een virus dat lijkt op (en NIET hetzelfde is als) ons menselijke griepvirus. Het ziektebeeld wat hoort bij Kennelhoest lijkt ook een beetje op ‘onze’ griep.
De besmetting met kennelhoest gebeurt vrij gemakkelijk als honden bij elkaar in de buurt zijn en een van de honden heeft het virus en/of de bacterie bij zich. Door het snuffelen aan elkaar kan een hond andere honden makkelijk aansteken. Ook kan het simpelweg via de lucht.
Dit betekent dus dat plaatsen waar veel honden bij elkaar komen extra risicovol zijn, zoals in kennels (vandaar de naam Kennelhoest), maar ook bij honden-speelveldjes, hondenpensions, hondenscholen en dergelijke.
Symptomen van kennelhoest zijn als volgt te herkennen:
Wanneer de hond het goed te pakken heeft kunnen er ook andere klachten zijn zoals:
Als met al dus symptomen die lijken op onze griep-symptomen. Het lastige is echter dat de ene besmetting niet hetzelfde is als de andere besmetting. Bovendien reageren honden heel wisselend op een besmetting door kennelhoest: Sommige honden hebben ogenschijnlijk nergens last van, andere honden kuchen een beetje, maar verder niets… en weer andere honden zijn een paar dagen behoorlijk ziek. Ook hier dus hetzelfde wat wij mensen doormaken als er griepvirussen actief zijn (herkenbaar?)
Kennelhoest is op zich ongevaarlijk. Een gezonde hond zal er niet aan doodgaan. Bij honden die ernstig verzwakt zijn, door ouderdom of ziekte, kan het wel een vervelende aandoening zijn: een extra uitdaging voor het immuunsysteem dat waarschijnlijk al niet goed meer functioneert. Een verzwakte hond heeft vaak meerdere aandoeningen onder de leden, en dan is de kennelhoest een bijkomende nare factor. Als het immuunsysteem onder druk staat kan een onschuldige kennelhoest zelfs uitmonden in bijvoorbeeld een hardnekkige longontsteking, en daar zit je natuurlijk niet op te wachten. Ook bij heel jonge pups is het even oppassen natuurlijk. Puppy's die jonger zijn dan 12 weken zijn ook kwetsbaar.
Maar in het algemeen is er totaal geen reden voor ongerustheid als je hond besmet blijkt met de kennelhoest-virus of bacteriën.
De Para-influenza virussen die een rol spelen bij kennelhoest zijn niet overdraagbaar op mensen of andersom. De bordetella bronchiseptica-bacterie is wél een zogenoemde zoönose, wat betekent dat het technisch wel kan worden overgedragen van de hond op de mens. Echter in de praktijk is dit een zeer zeldzame situatie: het zal dus vrijwel zeker niet voorkomen. Dus ook hier geen reden voor grote zorgen als je hond besmet raakt met Kennelhoest.
Feitelijk is het onmogelijk om kennelhoest volledig te voorkomen. Natuurlijk kan je ervoor zorgen dat je hond niet teveel met andere honden in aanraking komt. Je weet immers niet of andere honden het virus of de bacterie bij zich dragen, en een besmetting is heel snel gebeurd. Als je goede redenen hebt om je hond niet te laten besmetten, is het raadzaam om de plekken waar meerdere honden samen komen te vermijden. In de praktijk is dit niet iets wat je een hondenleven lang zult doen, maar als je hond bijvoorbeeld herstellende is van een ernstige ziekte of zware operatie is het een goed idee om de kans op besmetting te verkleinen.
Er bestaan twee type vaccinatie voor kennelhoest: een is werkelijk een injectie, de ander is een neusspray dat met een naaldloos spuitje in de neus wordt ‘gepuft’.
In beide gevallen voorkomt het vaccin niet dat de hond kennelhoest krijgt. Allereerst zijn de vaccins gebaseerd op enkele varianten van het parainfluenza-virus, en kan het nooit alle varianten ‘afdekken’. Daarbij versterkt het wel het immuunsysteem met betrekking tot de stoffen die in het vaccin zitten, althans dat is het doel. Maar dit betekent dat het levende virus nog altijd wél de hond kan besmetten. Oftewel: als de hond in aanraking komt met de besmettelijke kennelhoest zal de besmetting evengoed plaatsvinden. Wél is er een goede kans dat de klachten minder heftig zijn, en minder lang duren als de hond is gevaccineerd.
De incubatietijd van kennelhoest is ongeveer 3 tot 10 dagen. Dit betekent dat ongeveer 3 tot 10 dagen nadat de hond is besmet met kennelhoest daadwerkelijk ook de symptomen merkbaar kunnen zijn.
Voor de duidelijkheid: veel honden hebben geen of nauwelijks klachten nadat ze zijn besmet met kennelhoest. Misschien is je hond iets sneller moe of wat hangerig.. maar meer niet. Mocht je hond werkelijk ziek worden en gaan hoesten dan kan je verwachten dat je hond zo’n 2 tot 4 weken ziek is. Natuurlijk hangt dit volledig af van de aard van de besmetting en van het immuunsysteem van de hond.
Mocht je hond ziek zijn is het raadzaam om in ieder geval:
Heeft je jonge pup kennelhoest? Of is je hond al ziek of erg oud (en zwak)? Dan is het goed om direct de dierenarts te bellen en niet eerst het ziekteverloop af te wachten.
Als je hond een te hoge koorts krijgt, of erg lusteloos wordt, of de klachten blijven langer dan 10 dagen aanhouden zonder verbetering: bel dan je dierenarts voor advies: Je wilt natuurlijk niet dat je hond uiteindelijk een longontsteking of iets dergelijks krijgt. Bij een gezonde, vitale hond kan je natuurlijk eerst een paar dagen aankijken of het lichaam zelf korte metten maakt met de virussen en bacteriën. Je weet wellicht ook dat een dierenarts bijna altijd antibiotica of andere pittige medicijnen zal voorschrijven, en deze zijn niet bepaald goed voor het immuunsysteem van je hond. Dus als je hond op natuurlijke wijze met de kennelhoest-infectie kan afrekenen is dat altijd beter.
Maar: sommige honden zijn niet zo fit en vitaal, en dan kunnen ze een steuntje van buitenaf goed gebruiken. Andere honden hebben erg veel last van de klachten: bijvoorbeeld een fikse hoest waarbij ze het erg benauwd krijgen. In dergelijke situaties, en ook als de klachten langere tijd aanhouden, is het verstandig om een dierenarts te raadplegen. Vanwege het hoge besmettingsrisico is het natuurlijk belangrijk dat je de dierenarts even belt en overlegt wat je het beste kan doen (in plaats van een bezoek aan het spreekuur met een wachtkamer vol andere dieren die vatbaar zijn).
Zoals hierboven beschreven zal een dierenarts zeer waarschijnlijk antibiotica voorschrijven. Andere middelen om de klachten te verminderen , zoals een hoestdrank of slijmoplosser, zijn natuurlijk ook mogelijk, helemaal afhankelijk van de specifieke situatie met jouw hond.
https://europepmc.org/abstract/med/207006
https://europepmc.org/abstract/med/6093651
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/j.1748-5827.1991.tb00550.x
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/j.1748-5827.1991.tb00987.x
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kennelhoest