Tuigjes, halsbanden, vaste lijnen, flexlijnen. Er is nogal wat keuze als je in de dierenwinkel staat. Waar kies je voor en waarom?
Bij een pup is het belangrijk dat hij veilig uitgelaten wordt. Dat betekent dat hij niet kan ontsnappen en dat hij zichzelf geen pijn doet. Hiervoor is een tuigje vaak de beste keuze. Als je puppy trekt aan de lijn verdeelt de druk zich over zijn lichaam. Met een halsband komt alle kracht op zijn tere nekje.
Zo lang hij niet geleerd heeft netjes aan de lijn te lopen zonder te trekken, is een tuig dus verstandig.
Halsband of Y-tuigje
Als hij zover is dat hij goed aan een slappe lijn kan lopen, is een halsband natuurlijk ook prima.
Een angstige hond of een hond die té graag achter iets aan wilt rennen, kan proberen te ontsnappen met alle gevolgen van dien. Hierom is bij deze honden een tuig altijd het beste alternatief. Ze lopen vaak achteruit om te vluchten. Hierbij glippen ze makkelijk uit hun halsband en zetten het op een lopen. Dat wil je voorkomen. Voor de meester-ontsnappers is het aan te raden een Y-tuig te gebruiken. Deze loopt in de vorm van een Y over de borst en hier kunnen ze niet zo makkelijk uit komen.
Daarnaast bestaan er speciale modellen tuigjes voor deze ontsnappers: zoals tuigjes met een dubbele sluitband rond de buik.
Flexlijn of vaste lijn ?
Flexlijnen (de uitrolriemen) kunnen een fijn alternatief zijn op de plaatsen waar je hond niet los kan of als je hond misschien wel helemaal niet los kan lopen. Het nadeel is wel dat ze ver bij je vandaan kunnen lopen en je hem binnen moet gaan hengelen als er iets aan komt. Dat gaat vaak niet snel en soepel. Als je je hond bij je kan roepen en kan laten stoppen op commando is de flexlijn goed te gebruiken. Wel is het goed om te bedenken dat een flexlijn ook handigheid van de eigenaar vraagt: het lange koord kan immers makkelijk om andere voetgangers draaien wat tot valpartijen kan leiden en soms snijdt het koord dan lelijk in de benen of handen.
Bij een pup en een volwassen hond die nog geen lijnvaardigheden heeft, is het beter om een vaste lijn van ongeveer 1,5 meter te gebruiken. Hiermee heb je meer controle over je hond en ontstaan minder onveilige situaties. Bovendien leer je je hond om mee te lopen met een slappe lijn, zonder druk op de lijn. Een nadeel van de flexlijn is dat er altijd wat druk op het koord staat: zodat je hondje leert dat druk (door de lijn, of door te trekken aan de lijn!) prima is.
Jachtlijnen
Jachtlijnen zijn lijnen die uit één geheel bestaan waardoor je geen halsband meer nodig hebt. De lus van de lijn gaat om de hals van de hond. Gebruik deze bij voorkeur alleen bij honden die niet trekken aan de lijn en kies dan voor de variant met stop. Hierdoor kan het geen wurgkoord worden.
Het voordeel van deze lijn is dat de hond als hij in het bos losloopt “naakt” rondloopt en dus niet met tuig of halsband achter takken kan blijven hangen. Het nadeel is dat hij niets om heeft waar je hem even aan vast kunt pakken of waar je een penning aan kan hangen.
Penning aan de halsband?
Het kan fijn zijn om een penning met je telefoonnummer aan zijn tuig of halsband te doen voor het geval dat je hond toch wat te ver weg is gelopen. Mensen kunnen je dan meteen bellen als ze hem ergens opgevangen hebben. Zet er dus je mobiele telefoonnummer op.
Slipkettingen, prikbanden, etc. zijn geen artikelen om je hond aan te lijnen maar zijn correctiemiddelen die het doel hebben de hond pijn te doen, (in de hoop dat de hond voortaan het gewenste gedrag laat zien). Gelukkig worden deze correctiemiddelen tegenwoordig door professionele hondentrainers niet meer gebruikt.
Kristine
op 03 Jul 2020Mandy
op 03 Jul 2020