Heb je een hondentuigje nodig voor het speuren? Of voor Detectiewerk met je hond?
Bij verschillende vormen van speuren wordt immers vaak gewerkt met een hondentuig of harnas. Hier zijn verschillende redenen voor, zoals bijvoorbeeld:
Aangelijnd werken (met enige spanning op de lijn)
‘Handvat’ aan je hond, zodat je hem op- of van obstakels kunt helpen
Vrijheid van luchtwegen (die door de halsband beperkt kunnen worden)
Ook bij het DigiDog Detectiewerk kun je met een tuigje werken. Als je hond los werkt, in een veilige omgeving, is een speurtuig niet perse noodzakelijk. Vooral als je hond ook niet hoeft te springen of te klimmen. Maar zodra je aangelijnd gaat werken, of wanneer de zoekopdrachten zo moeilijk worden dat je hond gaat klimmen en klauteren (en jij hem daar een ‘handje’ bij kunt helpen) is een tuigje nodig.
Nu zijn er veel soorten tuigjes te verkrijgen, dus ik kan me voorstellen dat je het lastig vindt om een goede keuze te maken. Daarom hier diverse tips, zodat je weet waar je op moet letten:
Een speurtuigje is bedoelt om te speuren, dit lijkt een open deur, maar het betekent dus dat je niet kunt werken met een tuigje dat ergens anders voor gemaakt is, bijvoorbeeld het auto-veiligheidstuigje. Dat is compleet anders gebouwd, en niet geschikt voor het speurwerk;
Er bestaan diverse anti-trektuigjes, waarbij sommige gemaakt zijn om je hond pijn of ongemak te geven als je hond trekt (zoals het model met de dunne, snijdende lijnen onder de oksels). Deze tuigjes zijn ook ongeschikt als speurtuigje!
Oké, meteen dus 2 waarschuwingen over het tuigje, dat is vast gezegd, maar wat moet het tuigje dan wél zijn? Lees hier de rest van de tips:
Steun op de borst: iedere hond heeft een andere lichaamsbouw. Het tuigje moet vooral steun bieden op de borst (zonder te hoog/bij de keel te komen). Voor het optillen van je hond is het prettig als het tuigje verder onder de buik ook steun biedt. In de meeste gevallen is een zogenoemd Y-model tuigje het prettigst.
Goed passend: het tuigje moet redelijk nauwsluitend om het lichaam zitten maar niet afknellen (2 a 3 vingers moet je er makkelijk tussen kunnen doen). Tuigjes die te los zitten gaan schuiven, schuren, irriteren en kunnen achter obstakels blijven hangen. Tuigjes die te strak zitten gaan irriteren, belemmeren de hond bij bewegingen en bij de ademhaling. Ook moeten de ‘drukpunten’ van het tuigje op de juiste plek (op het lichaam) zitten. Bij twijfel, raadpleeg een ervaren (speur-)hondentrainer of dit het geval is.
Verstelbaar: Een goed tuigje heeft meerdere verstelmogelijkheden zodat het tuigje helemaal passend kan worden gemaakt. Bedenk bij aanschaf dat veel materialen door gebruik iets uitrekken (en zorg dat je het dus ook strakker kunt stellen). In de regel geldt: hoe meer verstelmogelijkheden, hoe beter de optimale pasvorm kan worden bereikt. Controleer ook voor ieder gebruik of het tuigje nog steeds goed afgesteld is, en stel het desgewenst losser of strakker bij.
Materiaal: kies een materiaal dat comfortabel is, niet schuurt op de huid, en gemakkelijk in onderhoud is. Je kunt denken aan leer (mooi, vergt onderhoud, is duur maar ook duurzaam), Nylon (kleurrijk, weinig onderhoud, niet duur) en alle varianten hierin. Het prettigst is een Nylon tuigje met een zachte afwerking, al dan niet gevoerd met fleece of Neopreen, zodat het voor de hond comfortabel zit.
De ring van het tuigje, waaraan de lijn wordt bevestigd zit op de rug van de hond! (dus geen typische trainingstuigjes met de aanklik-ring op de borst of andere plaatsen!) Er bestaan speurtuigen waarbij de lijn op de borst wordt vastgeklikt en onder de hond door (tussen de poten) naar achteren loopt. De gedachte is dat de hond hierdoor noodgedwongen met de neus lager speurt. Voor het Digidog Speurwerk is dit tuigje niet gewenst: de hond mag immers vrij bepalen waar hij zijn neus houdt en hoe hij de geur volgt.De bevestigingsring zit dus tussen de schouderbladen van de hond of iets naar achteren toe.
Breedte van de banden: hoe breder, hoe meer steun/minder ‘snijden’ in de huid.. echter: er zijn grenzen: te breed kan ook irritatie opleveren (onder de oksels bijvoorbeeld). Daarbij: hoe ‘dichter’ het tuigje, des te minder ventilatie het mogelijk biedt, en kan het dus warm zijn voor de hond.
Kwaliteit, stevigheid: Vaak heeft kwaliteit een prijs, maar niet alle goedkopere tuigjes zijn slecht, zeker niet. Wees wel alert op de stevigheid: een tuigje dat ‘losschiet’ langs een drukke verkeersweg, of tijdens het optillen naar een hoger obstakel is levensgevaarlijk: dus kijk kritisch naar de materialen en bevestigingspunten (in relatie tot het gewicht en de kracht van je hond).
Comfort: het tuigje moet goed zitten, niet hinderen, en bij voorkeur van relatief zacht-aanvoelend materiaal zijn (geen scherp, schurende bandjes hebben). Ook is het aan- en uittrekken onderdeel van comfort: moet je hond 1 of 2 poten in het tuigje ‘wurmen’ ? of heb je genoeg clips om het direct te sluiten. Vindt jouw hond het heel vervelend als het tuigje over de kop moet (en soms gaat dit nauwelijks/moeizaam)? Zoek dan naar tuigjes die ook hiervoor sluitingsclips hebben. Hierdoor voorkom je weerstand tegen het tuigje, en vergroot je het speurplezier.
Gebruiksgemak: is het tuigje praktisch, logisch aan- en uit te doen, gemakkelijk te reinigen.. dan is het een fijn hulpmiddel.
Mode: Tsja, hierover kan een heel boek geschreven worden, of ook niet: kies iets wat je leuk vindt. Maar, ik hoop dat de bovengenoemde tips voor jou zwaarder wegen dan de kleur van het tuigje, want uiteindelijk kijkt je hond zelf hier totaal niet naar
Over verschillende modellen:
Als je aangelijnd werkt tijdens het speuren, is de kans groot dat de hond zo snel beweegt dat er enige druk op de speurlijn en dus op het tuigje komt. Hoe breder dan de banden van het tuigje (mits goed geplaatst) hoe beter deze kracht verdeeld wordt over het hondenlijf. Afhankelijk van de lichaamsbouw van de hond is het ene model tuigje daarom meer geschikt dat het andere model.
In de praktijk blijkt het Norwegian-model, waarbij de borstband horizontaal voor de borst langsloopt voor sommige honden niet geschikt: de borstband verschuift soms naar boven en drukt op het halsgebied, of soms zit de band te laag, waardoor de poten niet vrij kunnen bewegen. Een bekend voorbeeld van dit model tuigje is het zgn Julius k9-tuigje.
Een ander model is bijvoorbeeld het Y-model tuigje. (te zien op de foto bovenaan dit artikel) Diverse fabrikanten leveren dit, met nylon riemen, met fleece voering, neopreen voering of anderszins. Ze zijn er in allerlei kleuren, kwaliteiten en maten.
Speciale modellen:
Voor sommige honden is een extra zorgvuldige maatvoering nodig: windhonden bijvoorbeeld hebben vaak een smalle maar diepe borst, en niet alle standaard tuigjes zullen dan goed passen. Andere honden (teckels) hebben relatief een lang lijf, en zit het tuigje soms te ver naar voren.
Er zijn per lichaamstype verschillende gespecialiseerde modellen te verkrijgen, maar soms vraagt het een iets langere zoektocht (internet is dan erg handig).
Een ander speciaal model is bijvoorbeeld het Webmaster tuigje van Ruffwear: Dit heeft een Y-vorm aan de voorkant, maar een dubbele sluiting om de romp van de hond: dus bedekt het een groter deel van het hondenlijf. Nadeel is dat het daardoor wat sneller warm kan zijn. Voordeel is echter dat dit tuigje meer steun biedt, vooral als je je hond wilt optillen of ondersteunen bij het afspringen.
Zo heeft ieder tuigje voor- en nadelen, en het is dus niet mogelijk om te zeggen wel tuigje geschikt is voor jouw hond, en in jouw situatie. Dat hangt er dus helemaal van af. Daarnaast is het ook een kwestie van smaak, wat de een mooi vind is voor de ander afgrijslijk, en gelukkig heeft ieder daar een eigen idee over.
Kritisch meten:
Als je een tuigje op het oog hebt: probeer het dan altijd uit op je eigen hond. Je kunt dan immers pas zien of het goed zit, ruimte genoeg biedt achter de oksels, en het nergens hinderlijk schuurt. Daarbij kun je de verstelbaarheid direct uitproberen (is er voldoende ruimte om het strakker of losser te zetten ?)
En, niet onbelangrijk als je een top-tuigje wilt: Kijk eens hoe het zwaartepunt nu uitkomt: Maak de lijn vast aan de ring op de rug (van het tuigje) en zet er spanning op. Voer deze spanning langzaam op (of laat je hond dus trekken) en kijk wat er gebeurd: Wordt je hond iets opgetild (voorpoten) dan zit de bevestigingsring voor jouw hond te ver naar voren.
Kan je hond nog wel zijn kop goed bewegen? En kan hij nog steeds zijn neus aan de grond krijgen zonder halsbrekende toeren? Ook kun je zien of het tuigje goed op het borstbeen blijft zitten, en niet omhoogschuift naar de hals.
Op deze manier krijg je een idee of dit tuigje geschikt is voor jouw hond.
Voorbereiden bij aankoop:
Als je op zoek gaat naar een geschikt tuigje voor je hond, meet dan eerst zorgvuldig de maten van je hond op: begin bij de omvang van de buik: meet dit op ca 3 centimeter achter de voorpoten op. Bij veel honden is dit de grootste buikomvang. Mocht jouw hond iets ‘dikker’ lijken als je wat verder richting de achterpoten gaat, neem je voor de zekerheid ook deze maat op.
Vervolgens neem je de maat rond de kop, met andere woorden hoe groot moet de lus zijn om nog redelijk makkelijk over de kop van je hond te kunnen. Als je een tuigje kiest dat over de kop moet, en wat daar geen sluiting heeft, moet je zeker weten dat het over de kop past.
Eventueel kun je nog de ruglengte opmeten. Sommige tuigjes, waaronder de Ruffwear-modellen zijn relatief lang. Voor een hond met een kortere rug (een meer vierkant gebouwde hond) kan het wel eens te lang zijn, en komt het tuigje te ver achterop te zitten, irriteert het mogelijk de achterpoten en liezen van de hond, en kan de ring soms ook te ver naar achteren komen.
Kortom: het uitzoeken en aanpassen van een goed hondentuigje vraagt om een zorgvuldige en kritische blik. Laat je niet verleiden tot aankoop van het eerste beste blitse tuigje, niet gezegd dat dit een slecht tuigje is, maar blijf vooral kritisch kijken naar de pasvorm en mogelijkheden van dit tuigje.
Vind je het lastig, heb je meer advies nodig of heb je een hond met een bijzondere lichaamsbouw? Win dan advies in bij iemand met een deskundige kijk hierop. Mogelijk op de hondenschool, of zoek anders contact met deskundigen.
Na de aankoop:
Als je het tuigje hebt gekocht, is het raadzaam om je hond eraan te laten wennen. Niet alle honden vinden een tuigje meteen prettig. Dus, vooral als het een eerste tuigje is, besteed je beter wat extra tijd aan de gewenning. Leer je hond dat het tuigje iets leuks is, door het te koppelen aan iets lekkers of aan een leuk spel. Je zult dan zien dat het tuigje al snel word geaccepteerd als onderdeel van het plezier wat ermee gemaakt gaat worden.
Veel honden ontdekken ook snel als hun speurtuigje tevoorschijn komt. Dus, wil je echt serieus aan de slag met de speurcapaciteiten van je hond, dan is het raadzaam om een apart speurtuigje te hebben. Je hond weet wat van hem verwacht wordt als je dit tuigje tevoorschijn haalt, de meesten worden enthousiast, gedreven en staan meteen te trappelen om met hun neus aan de slag te kunnen.