Positief trainen; Alleen maar belonen?

Positief trainen is alleen belonen met koekjes, nietwaar? Gelukkig is de meerderheid van hondentrainers en eigenaren in de laatste jaren overtuigd geraakt van de voordelen van de positieve trainingsmethoden. Maar toch is niet iedereen het met elkaar eens:

Ik beland regelmatig in een discussie over het positief trainen. Mensen hebben soms het idee dat je alleen maar aan het belonen bent, geen grenzen stelt, niet duidelijk bent en hiermee een verwend hondje creëert. Hierin wordt dan vaak de vergelijking met kinderen gemaakt. Hierbij zijn de opvattingen ten aanzien van opvoeden ten slotte ook enorm veranderd.

Vroeger lag de nadruk bij opvoeden en trainen vooral op het afleren van “verkeerd” gedrag. Er werd, zowel bij kinderen als bij honden, veel gecorrigeerd om te laten weten wat niet goed was. Het leren was hierdoor vooral gebaseerd op angst. Als je niet doet wat ik zeg, krijg je straf. Er was weinig ruimte voor initiatief. Je laat het wel uit je hoofd om iets uit te proberen als je de kans loopt gestraft te worden.

Positief trainen en vooral belonen

Gelukkig is er een kantelpunt gekomen waarop we gezien hebben dat het anders kan. Daarin zijn uiteraard ook weer meerdere visies maar het komt voor een groot deel op hetzelfde neer: We richten ons meer op wat we wél willen zien, in plaats van alleen maar bestraffen wat we niet willen zien. Hoe moet een hond of kind weten wat er van hem verwacht wordt als je alleen maar hoort wat je niet goed doet?

Alleen maar prijzen wat goed gedaan wordt, is leuk maar niet de oplossing voor alles. Bij het opvoeden en trainen is er ook een andere kant, namelijk het negatieve gedrag waar je ook wat mee doet. Er moet geleerd worden dat er grenzen zijn, dat er gedrag is wat niet gewenst is.

Ongewenst gedrag en grenzen

Met dat ongewenste gedrag doen we dus wel degelijk wat. We zijn alleen afgestapt van het lichamelijk corrigeren. Een correctie kan anders. Je kan vaak het vervelend gedrag, waarmee je hond je aandacht opeist, negeren. Als je dit heel consequent doet, leert hij dat dit gedrag hem niets oplevert en zal hij ermee ophouden. Bij gedrag dat zelfbelonend is werkt negeren niet: dan doet je hond dit niet om jouw aandacht te krijgen, maar levert het gedrag al genoeg op. Zo kan je bijvoorbeeld negeren dat je hond eten van het aanrecht steelt, maar daarmee stopt het gedrag natuurlijk niet.

Ook het stoppen met spelen of knuffelen als hij in je hand bijt, is een correctie. Je ontneemt je hond iets leuks of iets plezierigs. En dat voelt voor een hond ook als een ‘straf’.

via GIPHY

 

Daarnaast heb je ook de mogelijkheid om ander gedrag aan te leren in plaats van het “probleemgedrag”. En hiervoor kies je iets wat niet samengaat met het ongewenste gedrag.  Zo kan je bijvoorbeeld je hond leren om bij de deurbel naar zijn plaats te gaan, in plaats van het blaffen bij de deur of bespringen van het bezoek.

Ook het aanleren van het woord “nee” of “klaar” zorgt ook voor een duidelijke grens.

Het belangrijkste is dat je heel consequent bent. Alleen dan kan je duidelijk maken wat je bedoelt. Als je na een paar keer zeuren toch toegeeft, leert hij alleen maar langer te zeuren.

Positief trainen en grenzen

Het idee dat je een heel hondenleven lang de hele dag met koekjes of stukken worst rondloopt om je hond voor alles te belonen is onjuist. En hier komt simpelweg het verschil tussen het trainen en opvoeden naar voren: Bij het opvoeden leer je jouw hond de huisregels, en de regels van fatsoen. Bij het trainen leer je nieuw gedrag aan: dat kan binnen de opvoeding zijn, maar ook puur voor de ontspanning of kunstjes voor de lol.

Als je traint met je hond: is het meestal omdat je nieuw gedrag aan wilt leren of leuk bezig wilt zijn met je hond: hier past belonen bij. En zeker geen straf. Stel dat je zelf voor het eerst zwemles hebt, en je zwemjuf geeft je na afloop een fikse uitbrander omdat je je benen niet goed sloot bij de  schoolslag: wat leer je dan?  Niet beter zwemmen waarschijnlijk.

Bij het opvoeden (de huisregels en regels van fatsoen) is het logischer om grenzen te stellen en je hond eraan te houden. Als je hond die grenzen kent tenminste. Dus als je hond in je handen hapt tijdens spel, en je hond weet dat dit niet de bedoeling is, is het logisch dat je dit niet zomaar laat gebeuren. Dan stop je het spel (bij pups niet te lang, maximaal voor 10 of 20 seconden) en ga je na een tijdje weer verder met spelen. Als je hond weer hapt, zeg je ‘Jammer’ en stop je het hele spelmoment voor vandaag. Met deze grenzen voorkom je dat je hond geleidelijk aan de regels aan zijn pootjes lapt.

Overigens hoef je het meeste gedrag tijdens trainingen niet jarenlang te blijven belonen: eigenlijk beloon je enkel in de aanleerfase. Of daarna als de hond een fantastische uitvoering laat zien. Het hierkomen is hierbij wel iets wat ik altijd veelvuldig beloon: dit is zo belangrijk en kan zelfs levensreddend zijn. Een simpele zit, in normale omstandigheden hoeft na een tijdje niet meer iedere keer uitbundig beloond te worden. Immer: je staat je 16-jarige puber ook niet toe te juichen als hij zelf zijn veters heeft gestrikt, en waarschijnlijk deed je dit wel toen hij 5 of 6 jaar was.

Positief trainen is positieve winst!

De reden dat we tegenwoordig overgestapt zijn naar positief trainen mag duidelijk zijn. Een opvoeding die gebaseerd is op angst kan nooit de band vormen die een opvoeding gebaseerd op vertrouwen vormt. Veiligheid, voorspelbaarheid en zekerheid zijn enorm belangrijk. Weten dat je veilig bent en weten waar je aan toe bent, zijn de belangrijkste zekerheden voor een hond.

Behalve het effect op de band met je hond is het effect op je eigen humeur ook een stuk beter. Het is toch veel fijner om met de positieve kanten van je hondje bezig te zijn dan de hele dag “foei”, “nee” en “hou je kop” te roepen?

Aan alle kanten positieve winst dus!