Speuren of zoeken - wat kies ik voor mijn hond?

Speuren, Zoeken, Hersenwerk, Neuswerk, Detectiewerk of Speurwerk allemaal termen die gebruikt worden over het speuren met je hond. Weet jij nog waar het over gaat ?!

In de dagelijkse spreektaal hebben we het vaak over speuren en speurhonden, waarmee we verschillende speur- en zoekstijlen bedoelen. Intussen is het speuren een verzamelnaam geworden, maar er bestaan dus verschillende varianten, met ieder eigen doelen en technieken.

Om je een idee te geven van de verschillen en overeenkomsten heb ik een de meest voorkomende speurvormen in dit artikel voor je op een rijtje gezet.

Speuren of zoeken, het verschil:

Speuren: hierbij volgt de hond een geurspoor totdat hij een voorwerp of een persoon vindt.

Zoeken: is de vorm van neuswerk waarbij de hond niet het spoor volgt. Soms is er geen spoor (als een voorwerp is weggegooid bijvoorbeeld). De hond zoekt systematisch een gebied (of bijvoorbeeld een kamer) door om te zien of het geurvoorwerp daar is.

Of, zoals ik het in deze video vertel:

Dit klinkt logisch, nietwaar? Soms past de hond beide vormen toe, maar meestal ligt de nadruk op een van de twee: Speuren of Zoeken. Daarom een overzicht per categorie:

Speuren:

• Sportspeuren: afkomstig uit het international door de FCI erkende IPO-programma. Bij het sportspeuren wordt een spoor gelopen op een veld waar recentelijk geen mensen op hebben gelopen. De hond moet dit spoor zo exact mogelijk volgen, met zijn neus dicht bij de grond. Er zijn soms ook voorwerpen op het spoor die de hond moet vinden en verwijzen.

• KNPV speuren: Deze vorm komt vanuit het trainingswerk van de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV). Ook hier wordt een spoor gelopen door een persoon, en op dit spoor liggen soms voorwerpen, tevens is er een eindvoorwerp. De hond moet dit spoor volgen totdat hij het eindvoorwerp vindt. Dit voorwerp moet hij op de juiste manier verwijzen, net als de voorwerpen die onderweg worden gevonden. Het KNPV-speuren is iets minder strict: de hond mag tot 5 meter van het spoor afwijken.

• Jachttraining –zweetwerk: Hierbij leert de hond een spoor van een gewond (aangereden of aangeschoten) dier te volgen tot hij het dier vindt. Dit wordt ook wel zweetwerk genoemd (naar het ‘zweetspoor’ of bloedspoor van het te volgen dier). Meestal wordt dit spoor door een spoorloper gemaakt, door een geurlap (doordrenkt met de geur van het wild) over de grond te slepen.

• Jachttraining – speuren: Sommige jachthonden worden getraind om het te bejagen wild te vinden.

• Jachttraining –cleanboot speuren: Hierbij leert de hond een gelopen mensenspoor te volgen. Dit wordt in de jachttraining veelal met Bloedhonden of Brakken gedaan. De spoorloper loopt door veld & bossen, de hond moet hem zien te vinden door het spoor te volgen.

• Praktijkspeuren: hierbij zoekt de hond een vermist persoon op, door het spoor van die persoon te volgen. Dit kan door bos of veld, maar ook in dorpen of steden (straten, pleinen, winkelcentra, etc). De hond leert te speuren op een combinatie van het grondspoor, de lucht, bodembeschadigingen, en verwaaiing van de geur, zodat niet altijd een ‘maagdelijk’ veld nodig is bij training, en zodat door de combinatie van deze technieken de vermiste zo snel mogelijk kan worden gevonden. Ook werkt de hond hier afwisselend met de neus aan de grond als hoger in de lucht.

• Mantrailing: vooral bekend in de Duitstalige landen (en minder in de USA en UK) waarmee een vergelijkbare speurmethode wordt bedoeld als het praktijkspeuren. Het gaat bij het Mantrailen ook om het vinden van een vermist persoon, door het geurspoor van die persoon te volgen. Zowel binnen de groepen praktijkspeurders als mantrailers worden er verschillende technieken toegepast (of worden verschillende onderdelen benadrukt, onder meer qua lijnvoering, aanzetten van de hond en de opbouw van de training).

Zoeken:

• Reddingswerk: Hierbij krijgt de hond de opdracht om in een bepaald gebied, of in een gebouw te zoeken naar een slachtoffer (iemand die ligt, zit of hangt). De hond werkt hierbij nauw samen met de handler, om te zorgen dat het hele zoekgebied wordt uitgeplozen. Vaak werken teams van meerdere honden en handlers samen, verdelen het te doorzoeken gebied en gaan dan systematisch alles af. Er zijn teams die zich voortdurend voorbereiden voor een ‘echte’ rampsituatie (zoals bij een aardbeving of ernstige lawine). Daarnaast zijn er ook groepen die deze techniek voornamelijk als sport beoefenen. De hond leert een of meerdere zoekdisciplines aan: zoeken in velden of bossen, zoeken in gebouwen, zoeken in puin, zoeken in water, etc.. Iedere zoekdiscipline vraagt om een andere aanpak. Overigens zijn er ook veel reddingshonden die geleerd hebben om te speuren: zij kunnen in bepaalde situaties dus een combinatie van speuren en zoeken inzetten om zo snel mogelijk slachtoffers te vinden.

• Zoeken (voorwerpen): In een bepaald gebied (op een groot grasveld bijvoorbeeld) moet de hond een of meerdere voorwerpen zien te vinden. Hij doet dit niet door een spoor te volgen (er is immers niet altijd een spoor tot aan het voorwerp), maar door met relatief hoge neus te proberen de geur op te vangen terwijl hij systematisch het terrein verkent. Dit wordt ook wel revieren genoemd, en wordt het vaak binnen de IPO sport gedaan.

• Obedience –sorteren: bij deze duidelijk omlijnde oefening moet de hond 1 doekje herkennen (hieraan zit de geur van een persoon) in een rij van 6 identieke doeken die op de grond liggen. De overige 5 doeken zijn ‘onbesmet’. Bij gevorderden krijgt de hond de geur aangeboden, en moet hij de ‘matchende’ doek vinden. Vaak zijn andere doeken dan besmet met verleidingsgeuren (van andere personen).

• Detectie-werk (narcotica/ explosieven, smokkelwaar): meestal zijn dit professionele (werkende) honden die op vliegvelden, bij grensovergangen of in bepaalde gebieden (oorlogssituatie) op zoek gaan naar de stof waar ze voor zijn getraind. Dat kan een (of een aantal) drugssoorten zijn, sigaretten, grote hoeveelheden geld, explosieven, personen (verstekelingen) etc. Etc. Net wat in de gegeven situatie nodig is. Meestal is de hond getraind voor maximaal 1 of enkele specifieke geuren. Afhankelijk van de werkstijl van de hond, is de hond soms meer geschikt om achter de schermen te werken, dan ervoor. Bedenk bijvoorbeeld dat een overenthousiaste grote herder die probeert het gevonden voorwerp uit te graven niet handig is in een rij met wachtende passagiers op Schiphol. Deze hond zal minder angst aanjagen achter de schermen bij de transportafdeling.

• Detectie-werk medisch: Naast het detecteren van aanwezige ‘chemische’ stoffen kan een detectiehond ook medisch worden ingezet. Dit is een vrij nieuw terrein waarbij de hondenneus laat zien wat voor ongelooflijks er mogelijk is. Sommige honden zoeken op bepaalde bacteriën in het ziekenhuis of bij patiënten . Een ander voorbeeld is de Diabetes-hulphond, die kan ruiken of zijn baasje een te hoog of laag bloedsuikerspiegel heeft.

• Hersenwerk: hoewel het hersenwerk al meer dan 10 jaar bekend is, lijkt het tegenwoordig steeds populairder te worden. Het idee is om je hond te laten zoeken naar voertjes die creatief worden verstopt: in een stapel bekertjes, of onder bekertjes (balletje-balletje), in een doos met krantenproppen, of op andere ingenieuze wijze.

• Neuswerk: internationaal is momenteel het K9 Nosework in opkomst. Ook in Nederland is het mogelijk om deze nieuwe sport te leren. Bij K9 Nosework of Neuswerk moet de hond een bepaalde geur zien te vinden in een zoekruimte (binnen of buiten). En vervolgens moet de hond door verwijzing laten zien dat hij deze geur heeft. In de USA, waar K9 Nosework is ontwikkeld, worden wedstrijden en competities gehouden waarbij gekeken wordt welke hond het snelst een geurvoorwerp weet te vinden.

• DigiDog Speurwerk: Net als het K9 Nosework is het DigiDog Speurwerk afgeleid van het ‘echte’ detectiewerk. Bij DigiDog Speurwerk gaat het om het vinden en verwijzen van een bepaalde geur. Centraal bij DigiDog Speurwerk staat het plezier van hond en baasje, en de mogelijkheden om dit thuis in eigen omgeving (of als je wilt op vakantie of onderweg) te doen. DigiDog gaat niet uit van het wedstrijdelement: immers, iedere hond speurt op zijn eigen wijze en op eigen tempo. Wel is het fantastisch om je hond te leren steeds moeilijkere puzzels op te lossen, of om levensechte situaties na te bootsen. Denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan het doorzoeken van koffers en tassen, het doorzoeken van postzakken, het zoeken in water, het zoeken op personen (of ze iets ‘verdachts’ in de zakken hebben) of het doorzoeken van auto’s.

Ongetwijfeld zal deze lijst niet compleet zijn, en zeker is dat niet ieder onderdeel volledig is beschreven (dan was dit artikel eindeloos lang geworden, vrees ik). Maar het geeft wel een beeld van wat er in Nederland op het gebied van Geur- en speurwerk voor de hond te doen is.

Vindt je dat er nog iets bij moet? Of heb je vragen? Wil je meer informatie?

Schrijf dat hieronder, dan zal ik er asap op reageren!

En, welke vorm(en) je ook kiest, in ieder geval: Veel Speurplezier ! (en Zoekplezier!)