Help! Mijn pup wil niet wandelen
Je zag het helemaal voor je. Lekker wandelen met je nieuwe vriendje, lange tochten maken waarin je je hoofd leeg kan maken. Dan heb je je puppy in huis en begint het niet echt veelbelovend, sterker nog: Hij wil de voordeur nog niet eens uit! En als je hem buiten hebt, gaat je pup zitten en wil niet wandelen.
Een pup voelt zich veilig bij zijn moeder, broers en zusjes in het nest. Het is natuurlijk gedrag dat hij zijn omgeving rustig en voorzichtig gaat ontdekken. Niet te ver van je nest (of hol) vandaan zodat je snel weer terug kan als er gevaar dreigt.
Nadat hij bij zijn moeder is weg gegaan, is jullie huis al snel zijn eigen veilige plek. Daar slaapt hij, krijgt hij eten en is alles vertrouwd. Buiten is het druk en spannend. Er is veel te ontdekken, je kan soms schrikken en je maakt steeds nieuwe situaties mee.
Het is belangrijk dat je snel weet hoe je weer op je vertrouwde, veilige plek kan komen en daarom is het verlaten van die plaats voor je puppy best wel moeilijk. Dat is dus waar je met je kleine pup tegenaan loopt.
Naarmate je hondje ouder en zelfverzekerder wordt, gaat hij wennen aan alle geluiden en heeft hij steeds meer plezier in het buitenleven. Daar zijn andere honden waar je mee kan spelen, lekker geurtjes en nieuwe plekken om te ontdekken.
Je zal zien dat hij daar iedere week losser in wordt en makkelijker over de drempel stapt.
Wat te doen als je pup niet wil wandelen
In het begin kan je hem lokken met een koekje of een speeltje. Ga op je hurken zitten en roep hem op een vrolijk toon. Als hij meeloopt, ga je hem belonen.
Let op dat je hem alleen beloont als hij een stapje heeft meegelopen. Anders leert je pup al snel dat hij gelokt gaat worden als hij op zijn kont gaat zitten en vervolgens een koekje krijgt. Grote kans dat hij al snel alleen maar gaat zitten om gelokt te worden. Zo ben je de hele weg bezig en leert hij alleen maar dat het zitten hem uiteindelijk wat op gaat leveren.
Je wil hem leren dat het lopen hem juist wat oplevert. Daarom beloon je je puppy als hij een stap heeft meegelopen. Als dat goed gaat, ga je hem pas na twee stapjes belonen. Op het moment dat dat weer een tijdje goed gaat, wil je dat hij drie of vier stapjes zet voordat hij zijn koekje krijgt.
Zo bouw je de afstand langzaam op. Ga hierin ook weer niet te snel maar geef hem de tijd om te leren. Als hij even gaat zitten om naar iets nieuws te kijken, is dat prima. Hij moet alles nog leren en mag daar best de tijd voor nemen. Na een paar keer is het niet meer nieuw en zal hij er niet meer naar omkijken.
Even volhouden voor succes
Kies eerst een korte ronde die je standaard gaat lopen. Zo wordt dat voorspelbaar en minder spannend. Als hij dit rondje goed loopt, kan je steeds een nieuw stukje aan die ronde toevoegen. Het is beter om een rondje te lopen, als is het maar een blokje om, dan het fietspad op en neer te lopen. Daarbij weet hij namelijk dat hij ergens gaat omkeren en terug naar huis kan. Hij zal hierdoor steeds proberen om te keren en daarmee blijft het een strijd. Bovendien zetten veel puppy’s de spurt erin als ze door hebben dat ze terug naar huis gaan. Terwijl je juist een ontspannen ‘aan-de-lijn’ wandeling wil trainen met je pup. Als je een rondje loopt, moet hij door blijven lopen om weer thuis uit te komen, zonder dat je letterlijk omdraait naar huis. Daardoor leert hij beter mee te lopen en wil hij niet steeds terug naar huis.
Herken je dit? Heb jij een pup die niet mee wil wandelen? Hoe heb je het opgelost? Laat je ervaring hieronder weten, zodat andere lezers er ook hun voordeel mee kunnen doen. 🙂