Mag ik brokken en vlees mixen voor mijn hond?

Brokken en vlees mixen in de voerbak is technisch gesproken natuurlijk altijd mogelijk. Maar er zijn goede redenen om dit niet te doen. Deze week hield ik enkele webinars over goede en slechte soorten Hondenvoer en de meest gestelde vraag van de deelnemers was:

“Ik heb gehoord dat je brokken en vers vlees of blikvlees niet zomaar maar mengen, klopt dit?”

Het korte antwoord is: Ja, dat klopt!  En ik geef je in dit artikel meteen ook een uitleg:

Waarom brokken en vers vlees mengen?

Er zijn voor eigenaren verschillende redenen om droge brokken met blikvoer of vers vlees te mixen, bijvoorbeeld:

  • Je merkt dat je hond de droge brokken niet zo graag eet, met wat blikvoer of vlees erbij wordt het veel smakelijker voor jouw hond;
  • Je wilt overschakelen van bijvoorbeeld brokken naar blikvoer of vlees, en we hebben allemaal ooit geleerd dat je dit doet door het ‘oude voer’ met ‘nieuwe voer’ te mengen;
  • Je wilt je hond graag vers voeren, maar je budget is ook beperkt: en begrijpelijk met een grote hond, of meerdere honden is een compleet verse maaltijd best een dagelijkse investering.

Wat is het probleem met mixen van brokken en vlees? In de praktijk merk je dat sommige honden geen problemen ermee lijken te hebben. En dat kan ook prima. Maar feit is dat de samenstelling van brokken totaal anders is dan van vers vlees of de betere blikvoeding. En juist deze combinatie kan allerlei klachten veroorzaken in de spijsvertering. Nu kan je dit prima voorkomen of aanpakken.  Maar eerst iets meer over de oorzaken,

Laten we eerst kijken naar de spijsvertering van je hond

Hoe wordt het voer in de maag en darmen verteerd?

Een van de belangrijkste voedingstoffen voor je hond zijn de Proteïnen, de eiwitten dus. Deze zijn essentieel voor de cellen in het lichaam en voor het functioneren van veel processen in het hondenlijf. Om die proteïne uit het voer te kunnen halen zijn er enzymen nodig. En dat is best een geavanceerd systeem.  Want na de enzymen in het speeksel komen in de maag de volgende belangrijke enzymen samen met het voer.  Hier wordt het voer voorbereid op de verteer-processen die in de dunne en dikke darm moeten gaan gebeuren.

Dus heel simpel gezegd: het voer gaat na het eten door de maag, naar de dunne darm, de dikke darm en dan komen de resten via de endeldarm weer naar buiten. En in dit traject zijn onderweg diverse klieren verantwoordelijk om de juiste enzymen en sappen toe te voegen. Hierdoor wordt het voedsel verteerd en worden de juiste voedingsstoffen eruit gehaald. Een van de bekendste klieren in dit traject is de alvleesklier.

Als het voer in de maag komt wordt het vooral voorbewerkt voor het ‘grote verteerproces’. Je weet ongetwijfeld dat er maagzuur wordt aangemaakt: dus op het moment dat je hond voer ruikt, of denkt dat er eten aan komt, begint de maag al zuur te produceren  (denk even aan Pavlov, dit is ook zo’n reactie).

Dit maagzuur is belangrijk, niet alleen voor het verteren, maar ook om bacteriën te doden. Dit maagzuur bevat zoutzuur, en heeft een zuurgehalte dat rond de 2ph ligt (extreem zuur dus).

Maagzuur is belangrijk:

Om die belangrijke eiwitten te kunnen verteren laten bepaalde klieren ook Pepsinogeen los. Dit is een speciaal stofje dat in de maag wordt omgezet in Pepsine, een  enzym dat zijn werk kan doen als de omgeving in de maag zuur genoeg is.  En juist deze Pepsine is nodig om de eiwitten te kunnen verteren. Daarom alleen al is het niet handig om je hond  zomaar maagzuurremmers te geven, by-the-way…  natuurlijk beschermt dat de maagwand (minder zure maaginhoud is minder narigheid voor de maagwand), maar het beperkt ook de vertering van die belangrijke eiwitten.

Daarnaast heeft het maagzuur nog enkele belangrijke taken, ik zet ze even op een rijtje:

  • Het doodt dus de ongewenste bacteriën (in ieder geval remt het de groei)
  • Het zorgt voor de juiste zuurgraad om de belangrijke enzymen te laten werken;
  • Het geeft een signaal af aan de alvleesklier om de juiste enzymen af te geven voor de verdere vertering;
  • Het absorbeert mineralen uit het voer: met name calcium, zink, magnesium en mangaan worden door dit zuur ‘losgemaakt’ uit het voer)

Brokken voeren verandert de werking van de maag

Als je brokken voert, reageert het lichaam van de hond anders dan bij een vlees-voeding. Ik leg het je uit: Brokken bevatten veel zetmeel (granen/ koolhydraten). Dit kan niet anders, je hebt immers een bepaald ‘deeg’ nodig om er de brokjes van te kunnen ‘bakken’.  Oftewel: de brij waarvan de brokken worden gemaakt moet een soort klevende massa zijn, anders vallen je brokjes simpelweg uit elkaar (iedereen die ervaring heeft met zandtaartjes bakken op het strand weet ongetwijfeld hoe dit voelt )

Dus brokken bevatten minimaal 30% aan koolhydraten (zetmeel), en in de praktijk meestal tussen de 40% en 60%.  Nu denk je wellicht: ik voer graanvrije brokken…. mmm, dat maakt niet uit: in plaats van de granen zitten er ander zetmeel in zoals bijvoorbeeld soja, erwten of aardappel.  Dus graanvrije brokken bevatten evengoed veel zetmeel.

Wat betekent dit voor de spijsvertering bij de hond?

Allereerst zorgt dit grote aandeel aan zetmeel ervoor dat de PH-waarde niet zo zuur wordt.  Het enzym dat ik eerder noemde, het Pepsinogeen wordt pas in de maag gepompt als de zuurgraad 2ph of lager is (hoe lager de PH, des te zuurder het is).  Dus met minder Pepsine kunnen ook de eiwitten niet goed worden verteerd.

Bovendien is de ph-waarde in de maag niet zuur genoeg om bacteriën te vernietigen, er bestaat dus meer kans op bacteriën die ongewenst verder in het lichaam komen en daar hun schade kunnen aanrichten.

De voerbrij gaat nadat het in de maag met de juiste enzymen is gemixed door naar de dunne darm. De zuurgraad van deze voerbrij geeft een signaal aan de alvleesklier om daar de juiste enzymen erbij te laten. Dit is nodig om uiteindelijk de voedingstoffen in het lichaam te kunnen opnemen.  Ook hier geldt dat een afwijkende PH-waarde (niet zuur genoeg) zorgt voor een verkeerd signaal naar de alvleesklier: dus er worden minder enzymen afgegeven waardoor het verteren moeilijker gaat.

Er zijn nog andere nadelen aan het voeren van (te veel) koolhydraten of zetmeel,  dat laat ik hier buiten beschouwing, dat is goed voor een ander blogartikel. 😉

Brokken en vlees mixen: het probleem

Dus nu weet je dat vers vlees juist een zure maag-omgeving nodig heeft. Dit is helemaal belangrijk als je ook botten aan je hond wilt voeren. Een hond kan (bepaalde!) rauwe botten prima verteren en haalt er veel gezonde voedingstoffen uit, maar dit kan alleen als de de zuurgraad rond de 2PH is (of zuurder). Deze zuurgraad zorgt er voor dat de botten zachter worden en dus veilig door het spijsverteringskanaal kunnen. Zonder dit maagzuur zouden de botten onverminderd hard blijven en kan het allerlei risico’s met zich meebrengen van verstopping of beschadiging van de maag en darmen.

En je weet nu dat zetmeel of koolhydraten zorgen voor een lage zuurgraad, te laag om botten te kunnen verteren, en ook lager dan gewenst voor vers vlees.   Dus je hond kan niet optimaal de voedingsstoffen uit de verse maaltijden halen als dit wordt verstoord door de verkeerde zuurgraad, veroorzaakt door het zetmeel uit de brokken.

Wat kan je doen?

Er zijn verschillende tips om te zorgen voor een betere vertering van een combinatie van brokken en vers:

  1. Geef deze maaltijden apart van elkaar: dus meng geen brokken met vers vlees (en zeker niet met vleesbotten!).  Geef het liever op een andere dag, of anders in ieder geval in een aparte maaltijd. Bijvoorbeeld: brokken in de ochtend, en vers vlees in de avond (of andersom). Er is wel een nadeel aan deze methode: de hond moet in staat zijn om de wisseling van soort maaltijd aan te kunnen: normaal gesproken stelt de maag (en ook de darmen) zich in op een bepaald soort voer, en door steeds van een uiterste naar een ander te gaan, vraagt dit meer werk en energie van de maag en de hele spijsvertering. Ook heeft deze methode gevolgen voor de darmflora (die anders reageert op brokken dan op vers vlees). Een vitale gezonde hond kan dit prima aan, maar voor een hond met spijsverteringsklachten is deze aanpak niet de allerbeste.
  2. Help de productie van maagzuur door wat appelazijn toe te voegen. Bij sommige honden kan het helpen om de maagzuurproductie een extra ‘zetje’ te geven. Appelazijn heeft dezelfde zuurgraad als het maagzuur zou moeten hebben, het helpt dus ook de ongewenste bacteriën te doden, in ieder geval voor het grootste deel.  Voor kleine honden is een theelepeltje per dag over het voer voldoende, bij honden vanaf 25 kilogram is eerder een eetlepel per dag geschikt.  Je kan dit prima als kuur van enkele weken toepassen, en zien of dit helpt bij de spijsvertering.

Hoe weet je of je hond zijn voer goed kan verteren?

Eigenlijk heb je daarvoor twee manieren om dit in te schatten (zonder de uitgebreide onderzoeken en bloedtesten die een dierenarts zou kunnen doen).

  • De ontlasting zegt heel veel over het verteren van het voer. Simpelweg: alles wat het lichaam niet kan opnemen uit het voer, komt via de ontlasting naar buiten. Als je hond dus grote hoeveelheden poept, is het voer niet goed opgenomen. Als je hond onverteerde stukjes in de ontlasting heeft zitten, weet je dat de vertering niet optimaal werkt (of het moeten stukjes zijn die niet verteerd kunnen worden: zoals stukken wortel of stukjes van voorwerpen die je pup ongewild heeft opgegeten).

Bij dit onderdeel wil ik je een belangrijke tip meegeven:  De ontlasting van brokken of blikvoer is niet altijd een goede graadmeter!  Want: in veel van dit voer worden stoffen verwerkt die zorgen voor een goede ‘drol’. Dat wil zeggen dat zonder deze hulpstoffen de ontlasting misschien wel te dun zou zijn (diarree), een rare kleur zou hebben of zeer onaangenaam zou ruiken. Fabrikanten kunnen dit dus maskeren door hulpstoffen, en dat maakt het lastiger om een goed beeld te krijgen.

  • De andere lichaamsprocessen zeggen ook veel:  Winderigheid, stink-winden, buikgerommel of andere geluiden, stinkende adem, tandaanslag, oprispingen of borrelen zijn allemaal geen normale spijsverteringssignalen. Of liever: de signalen zijn wel normaal, maar het betekent dat iets niet helemaal perfect gaat. Nu hoef je bij een donderscheet van je hond niet meteen de dierenarts te bellen, maar als je hond regelmatig last heeft van dit soort geluiden en geuren gaat er iets niet helemaal optimaal met zijn spijsvertering, en daar kan je dus wat aan doen.

Kortom

In een korte samenvatting dus mijn advies over brokken mengen met vers vlees:  Het is niet ideaal, maar als je er voor kiest geef het dan in aparte maaltijden. Natuurlijk zijn er honden die prima overweg kunnen met een mix in 1 voerbak, maar dat zijn vaak wel de uitzonderingen.  Kies voor je hond het meest optimale voer dat je je kan veroorloven, en kies dan de beste oplossing om dit te verdelen over zijn maaltijden. Je gaat het verschil merken.

Een belangrijk advies:  ga niet zomaar botten voeren aan je hond, dit kan gevaarlijk zijn als je niet weet waar je op moet letten! Zorg dat je weet wat wel en niet kan qua botten…  het is voor de meeste honden een zeer voedzaam en fijne voedingscomponent, mits je het op de juiste manier voert.

Ervaringen met het onderwerp brokken en vers vlees? Laat een reactie hieronder achter, dat wordt enorm gewaardeerd 🙂